Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

Bijzondere positie politieagenten (t.a.v. politiegeweld)

Op dit moment maakt de strafwet geen onderscheid tussen burgers die geweld gebruiken en politiemensen die dat doen omdat hun werk het vereist. Justitie beoordeelt op dit moment de politieagent en een gewelddadige burger aan de hand van dezelfde wetsartikelen. Dit terwijl agenten soms geen keuze hebben bij het gebruik van geweld. Waar burgers vaak een stap naar achteren doen, moeten agenten een stap naar voren doen, soms met gevaar voor eigen leven. Het Ministerie van Veiligheid & Justitie en de politie willen het mogelijk maken om ook op basis van het Wetboek van Strafrecht geweld aangewend door de politie zorgvuldig te toetsen, maar dan meer rekening houdend met de bijzondere positie van politieagenten.

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op vrijdag 23 december 2016 het wetsvoorstel Geweldsaanwending Opsporingsambtenaar naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit wetsvoorstel moet leiden tot het wettelijk verankeren van de bijzondere positie die agenten innemen bij het toepassen van geweld tijdens de uitoefening van hun functie. Het wetsvoorstel is een wettelijk kader voor de beoordeling van geweldsaanwendingen door opsporingsambtenaren. Kernvraag die in dit stelsel wordt gesteld is of de betreffende opsporingsambtenaar zijn geweldsbevoegdheid heeft ingezet volgens de geldende normen en instructies. Het wetsvoorstel is inmiddels door beide Kamers aangenomen en treedt op 1 juli 2022 in werking.