Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

Inspectierapport als aanjager voor fundamentele verbeteringen

Gepubliceerd op:

Driebergen - De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft het (deel)onderzoek afgerond naar de kwaliteit van de taakuitvoering binnen de afdeling Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (LIRC) en het Team Criminele Inlichtingen (TCI). Beide zijn onderdeel van de Dienst Landelijke Informatieorganisatie (DLIO) van de Landelijke Eenheid. De hoofdconclusie van de Inspectie is dat binnen het LIRC sprake was van ‘organisatie- en taakverwaarlozing’. Het inspectierapport laat zien dat deze situatie te lang heeft kunnen voortduren en effecten heeft gehad op de werksituatie van medewerkers. Ook merkt de Inspectie op dat de leiding van de Landelijke Eenheid de problematiek inmiddels heeft opgepakt.

Ten aanzien van TCI spreekt de Inspectie van ‘hernieuwd vertrouwen’. Tegelijkertijd constateert de Inspectie dat bij de vorming van de Nationale Politie in 2013 onvoldoende rekening is gehouden met de bijzondere taakstelling en behoeften van de Landelijke Eenheid. De gesignaleerde problemen zijn grotendeels hierop terug te voeren.

Organisatie- en taakverwaarlozing

De belangrijkste conclusie van de Inspectie is dat er sprake was van ‘organisatie- en taakverwaarlozing’ binnen het LIRC, het internationale loket voor de nationale politie. Te hoge ambities en werkdruk, in combinatie met te weinig sturing, communicatie en middelen, heeft schade toegebracht aan medewerkers. Ook zijn er risico’s gelopen rond de internationale politietaak. Hoewel de situatie volgens de Inspectie te lang heeft voortgeduurd, wordt ook vastgesteld dat de gesignaleerde problematiek ondertussen is opgepakt. Met betrekking tot TCI is er ‘hernieuwd vertrouwen’ in de kwaliteit en taakuitvoering van dit team. Recent was in de media aandacht voor de omgang met informanten bij het TCI op basis van een zaak uit 2015. De Inspectie heeft kennis genomen van deze onderzoeken en stelt dat geen aanwijzingen gevonden zijn die aanleiding gaven tot nader onderzoek.

Aandacht voor medewerkers

‘Als het inspectierapport iets duidelijk maakt, dan is het dat medewerkers LIRC hebben geleden onder deze situatie’, zegt Jannine van den Berg, politiechef van de Landelijke Eenheid. ‘Ik voel mij verantwoordelijk voor onze mensen en voor de problemen die zij hebben ondervonden. Voor al onze collega’s moet een goede werkomgeving, met de juiste middelen en duidelijke taakopdracht vanzelfsprekend zijn. Aandacht is wat mij betreft het sleutelwoord; aandacht voor elkaar en voor de manier waarop we het werk organiseren en uitvoeren.’

Ondertussen zijn in het afgelopen jaar wijzigingen aangebracht in de leiding van LIRC en DLIO. Ook zijn de missie en visie opnieuw vastgesteld. ‘Eind volgend jaar moet ook de basis op orde zijn en de tevredenheid van alle medewerkers zijn toegenomen’, zegt Van den Berg. ‘Het gaat op veel plekken al steeds beter, maar dit soort verbeteringen vragen veel tijd omdat vertrouwen hersteld moet worden’.

Erkenning van bijzondere positie

Het rapport maakt ook duidelijk dat de gesignaleerde problemen grotendeels zijn terug te voeren op de complexe positie van de Landelijke Eenheid binnen de Nationale Politie. Van den Berg benadrukt dat bij de vorming van de Nationale Politie in 2013 onvoldoende rekening is gehouden met de bijzondere taakstelling en behoeften van de Landelijke Eenheid: ‘Een bijzondere eenheid vraagt om toegesneden, bijzondere bedrijfsvoering. Dat verhoudt zich slecht tot het huidige bestel, waarin tien regionale eenheden per definitie meer gewicht in de schaal leggen’. De politiechef ziet de uitkomsten van het onderzoek dan ook deels als steun in de rug voor een fundamentele verbeteraanpak. ‘Hoewel de uitkomsten van het onderzoek confronterend zijn, helpt het ons ook om onderliggende oorzaken echt te adresseren. Geen symptoombestrijding, maar fundamentele verbetering met een programmatische aanpak.’ De politiechef is daarom blij met de wens van de minister om te heroriënteren op de positionering en inrichting van de Landelijke Eenheid: ‘Dat sluit mooi aan op verkenningen die we al in gang hebben gezet’.

Gezamenlijke aanpak

Plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer is het daarmee eens: ‘Ik vind het ook zeer terecht en belangrijk dat er een heroriëntatie komt op de inrichting en ophanging van de Landelijke Eenheid binnen het politiebestel. We zullen daar een extern advies over gaan vragen, zodat we een onafhankelijk oordeel krijgen over wat er nodig is om de Landelijke Eenheid beter te positioneren en toe te rusten op haar belangrijke taken. Mijn overtuiging is dat we dit met de aanpak die de korpsleiding en de politiechef met elkaar hebben afgesproken, kunnen bewerkstelligen. Daarbij is vertrouwen van de medewerkers en externe partners essentieel´.

Focus op kerntaken binnen het LIRC

‘We hoeven echt niet met alle verbeteringen te wachten op de uitkomsten van die heroriëntatie’, vervolgt Van den Berg. Een deel van de problemen heeft de Landelijke Eenheid intern al kunnen adresseren. Zo ligt de focus binnen het LIRC momenteel op het beter organiseren en optimaliseren van de (wettelijk) toebedeelde taken. Daarnaast wordt een aantal ontwikkelopgaven aangepakt. Denk aan het proces rond werving en selectie, de inzet en continuïteit op buitenlandse posten en de samenwerking met Europol en Interpol. Van den Berg: ‘Ondanks alle noodzakelijke verbeteringen blijkt dat het LIRC, en daarmee de Nederlandse politie, óók in de door de Inspectie onderzochte periode, internationaal een voldoende betrouwbare partner is gebleven. Dit zal door wat we doen alleen maar beter worden.’

Dit rapport geeft resultaten van het eerste deelonderzoek van de Inspectie. Later dit jaar volgt een rapport over de afdeling Afgeschermde Operaties (AO), onderdeel van de Dienst Specialistische Operaties (DSO). Daarna volgt nog een derde rapport. Dat betreft een bestuurlijke analyse van de opdracht van de Landelijke Eenheid, in relatie tot haar positie in het bestel.

Lees hier het rapport: https://www.inspectie-jenv.nl/Publicaties/rapporten/2021/01/28/rapport-onderzoek-le-deelrapport-dlio