Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

Geen strafvervolging voor agenten die betrokken waren bij dodelijk schietincident

Gepubliceerd op:

Amsterdam - De twee agenten die op 13 augustus 2020 de 23- jarige Sammy Baker neerschoten tijdens een aanhouding, handelden uit noodweer. Dit concludeert het Openbaar Ministerie (OM) op basis van onderzoek van de Rijksrecherche. Het OM zal daarom niet tot vervolging overgaan van de betrokken agenten. Het OM vindt dat de agenten gerechtvaardigd een beroep op noodweer kunnen doen. Uiteindelijk zagen de beide agenten die vrijwel gelijktijdig schoten zich genoodzaakt hun collega’s te verdedigen tegen de man die met het mes wild om zich heen bleef zwaaien en steken.

Logo op uniformjassen

Politiechef Frank Paauw reageert: "Het overlijden van Sammy Baker als gevolg van politieoptreden is ontzettend triest. Niemand heeft dit gewild. We leven mee met de familie en hun verdriet. Voor alle betrokkenen is dit een heftige en emotionele gebeurtenis. Daarom is het ook van belang dat deze zaak grondig en zorgvuldig is onderzocht. Deze zaak toont aan dat politiewerk ontzettend complex is. In een fractie van een seconde moet een agent beslissen hoe er wordt opgetreden. Belangrijk is dat we als politie naar eer en geweten handelen en dat we verantwoording kunnen afleggen over de manier waarop we optreden. Objectieve controle op ons handelen is dan ook belangrijk.“

Toedracht
Op 13 augustus kwam er rond 16.45 uur bij de meldkamer van de politie een melding binnen dat er in de Poeldijkstraat in Amsterdam Nieuw-West een man met een mes liep. De politie besefte dat deze melding mogelijk de man betrof die een dag eerder door een vriend als vermist was opgegeven. Toen twee politieagenten de man in kwestie ter plekke aantroffen, achtervolgden zij hem terwijl hij een doodlopende binnentuin aan de Honselersdijkstraat inliep. Meerdere agenten hielden afwisselend hun vuurwapen op de man gericht en probeerden op hem in te praten. Ook dit leverde geen reactie op. De man begon ondanks de getoonde vuurwapens en aanroepen om stil te blijven staan en zijn mes te laten vallen, langzaam in de richting van de agenten te lopen. De al opgeroepen onderhandelaar kon niet meer worden afgewacht, daarom werd besloten de reeds aanwezige hondengeleider in te zetten. De hond liep de man echter voorbij. Toen de man nog steeds niet reageerde, besloot de hondengeleider zelf in te grijpen door de man tegen de grond te trekken, waarna verschillende agenten hun collega te hulp kwamen. Terwijl de man op de grond lag en meerdere politieagenten hem onder controle probeerden te krijgen, maakte de man met het mes zwaaiende en stekende bewegingen in de richting van de bovenlichamen en hals van drie agenten. Een van de agenten werd met het mes op zijn vest geraakt.. Er was een zodanig gevaarlijke situatie ontstaan dat er direct gericht moest worden geschoten om het gevaarlijke gedrag van de man te laten stoppen. Tussen het tegen de grond trekken van de man door de hondengeleider en de schoten zaten enkele seconden. Gezien de zeer dreigende situatie en het zeer korte tijdsbestek was er geen tijd meer om eerst een waarschuwingsschot af te vuren.

Leren van dit soort situaties
Paauw: “We beseffen ons dat deze zaak veel los maakt. Met de uitkomst van het Rijksrecherche onderzoek, vinden wij het belangrijk om te leren van dit soort situaties en te kijken hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen. Zo zijn we in gesprek met de zorgpartners om te kijken waar we procedures kunnen aanscherpen en hoe we beter kunnen samenwerken in het geval van acute situaties met personen met verward gedrag. Ook heb ik de ouders van Sammy uitgenodigd op met elkaar in gesprek te gaan om terug te kijken op deze gebeurtenis.”