Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

‘Ik heb me als homo altijd welkom gevoeld bij de politie’

Laatst gewijzigd op:

Nederland - Tijdens je dienst als politieagent spreek je een groepje jongeren aan op hun gedrag. Later, als je op weg naar huis bent, word je door diezelfde jongens belaagd. Ze schelden en tieren over gays. Wat moet je doen? Het overkwam wijkagent Jan Martijn Stout (41). ‘Ik werd in mijn diepste wezen geraakt door die jongens.’

Jan Martijn Stout

Nederland is sinds 2001 het eerste land ter wereld waar mensen van hetzelfde geslacht mogen trouwen. Ondanks dat wordt er toch nog gediscrimineerd tegen LHBTI’ers. Jan Martijn kan erover meepraten. Toen hij werd belaagd door het groepje jongens, was het één tegen vier. Zij zaten op scooters, hij was te voet.

Jan Martijn: ‘Gelukkig was ik niet bang. Ik schoot meteen in de werkmodus en schreef hun kentekens en uiterlijke kenmerken op. Mijn collega’s schoten me direct te hulp. Uiteindelijk is maar één jongen veroordeeld, tegen de rest was niet genoeg bewijs. Maar dat was genoeg voor mij. De rechter bepaalde dat dit gedrag niet normaal was. En daar ging het om.’

Roze in Blauw

Jan Martijn ging in 2009 bij de politie werken om mensen te helpen. Dat doet hij bijvoorbeeld als lid van Roze in Blauw, een LHBTI-netwerk binnen de politie waar alle mensen terecht kunnen die gediscrimineerd, bedreigd of zelfs mishandeld worden vanwege hun geaardheid. Bij Roze in Blauw kan iedereen, ook buiten de politie, terecht die hulp nodig heeft. Bijvoorbeeld om te praten of om aangifte te doen. Daarnaast is hij voorlichter voor belangengroep COC en gaat hij regelmatig langs op scholen om zijn verhaal te vertellen.

Mannencultuur

Ook op de Politieacademie in Amsterdam geeft hij gastlessen, de school waar hij ruim tien jaar geleden zijn eigen opleiding volgde tot agent. ‘Ik werd van tevoren gewaarschuwd voor de politie. Het zou een echte mannencultuur zijn, ik zou te maken kunnen krijgen met discriminatie. Daardoor ging ik met een dubbel gevoel naar school. Hoe zou iedereen reageren? Die dag werd ik positief verrast, want helemaal niemand deed moeilijk om mijn geaardheid. Ik kan ook goed tegen een grapje, dat scheelt. Maar als iemand te ver gaat, zeg ik dat direct. En daar gaat iedereen respectvol mee om. Ik heb me altijd erg welkom gevoeld bij de politie.’

Vooroordelen

Toen Jan Martijn ruim een jaar geleden wijkagent werd, koos hij bewust een wijk die niet per se bekend staat als LHBTI-vriendelijk. ‘Ik vind het een uitdaging om het gesprek aan te gaan met mensen die anders denken dan ik, of dan de politie. Ik ga regelmatig langs bij asielzoekerscentra. De mensen daar zijn vaak bang voor de politie. In hun land van herkomst zijn agenten autoritair, niet de mensen waar je gewoon een praatje mee maakt. En dan ben ik ook nog gay. “Dat bestaat bij ons niet”, hoor ik dan. Ik leg ze uit dat dit in Nederland wel bestaat. Om verbinding te maken, zoek ik naar de gemeenschappelijke deler. En vaak is dat discriminatie. Tegen hen als vluchteling, tegen mij als gay. Dat is meestal de ijsbreker. Daarna ontstaan soms heel mooie gesprekken.’

‘Het valt me op dat mensen die sceptisch zijn over gays, er vaak gewoon weinig mee in aanraking zijn gekomen. En als je iets niet kent, heb je al snel een oordeel. Daarom moeten we zichtbaar zijn.’ Het is een van de redenen dat hij graag meedoet aan de Gay Pride. Vooral ook voor LHBTI’ers die hulp nodig hebben. ‘Omdat ze uit de kast willen komen maar niet durven, of omdat ze gediscrimineerd worden. Daarvoor is Roze in Blauw opgericht.’

Datingapps

Discriminatie vindt ook steeds vaker digitaal plaats, bijvoorbeeld via datingapps. Jan Martijn ziet een flinke stijging van afpersingen op deze manier. ‘Ik begin altijd met luisteren naar het slachtoffer en benadrukken dat die persoon niks verkeerds heeft gedaan. Ze schamen zich vaak, maar dat is helemaal niet nodig. Als ze aangifte doen, zetten wij een digitale wijkagent op de zaak, maar niet iedereen durft dat. Via voorlichting probeer ik collega’s ook bewust te maken van de ernst van zo’n voorval. De focus ligt dan niet meer op ‘twee jongens hebben een date’, maar ‘hoe lossen we dit op?’.

Hoop

Het mooiste zou zijn als Roze in Blauw ermee kan stoppen, vindt Jan Martijn. ‘Omdat we niet meer nodig zijn.’ Maar dat ziet hij nog niet zo snel gebeuren. ‘Elke beweging kent een tegenbeweging, dat is al eeuwenlang zo. Maar het gaat de goede kant op. Jongeren komen eerder uit de kast, scholen en bedrijven hebben er meer aandacht voor. We vinden het niet meer vanzelfsprekend dat een stelletje een man en een vrouw is. En dat geeft hoop.’

Meer weten? Op maandag 31 mei is Jan Martijn om 20.30 uur te zien in de documentaire ‘de roze revolutie’ op NPO2. Daarin zie je hoe de LHBTI-gemeenschap zich heeft ontwikkeld in de afgelopen jaren en wat dit voor de politie betekent. Jan Martijn vertelt over zijn eigen ervaringen en legt uit hoe Roze in Blauw betrokken is.