Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

'De vooruitgeschoven post van het basisteam'

Gepubliceerd op:

Nederland - De politie telt meer wijkagenten dan ooit. Toch overheerst het beeld dat de wijkagent te weinig op straat te zien is. Hoe komt dat? ‘Je bent veel bezig op de achtergrond. Je doet dan geen dingen ín de wijk, maar wel vóór de wijk.’

wijkagent

Ambassadeur, aanspreekpunt, informatiemakelaar en regisseur. Het zijn verschillende rollen die samenkomen in de functie van wijkagent. Zo ziet wijkagent Rob van Straten het. ‘Eerst en vooral: je bent de vooruitgeschoven post van jouw basisteam. In de wijk ben je het gezicht én de ambassadeur van het team. Je bent ook het aanspreekpunt dat alle informatie vanuit de wijk verzamelt en zorgt dat die in onze systemen terechtkomt, zodat andere partijen, zoals bijvoorbeeld de recherche, daarmee aan de slag kunnen.’

Sinds oktober 2015 is Van Straten wijkagent. Zijn eerste werkgebied is in Breda-Oost. Recent is hij overgestapt naar een wijk in Etten-Leur met zo’n achtduizend inwoners. ‘Een heel diverse buurt met veel sociale woningbouw’, vertelt Van Straten. ‘We hebben best vaak te maken met problematiek “achter de voordeur”. Ook is er sprake van jeugdoverlast. Een uitdagende omgeving waar veel gebeurt.’ Behalve de woonbuurt beslaat zijn wijk ook een bedrijventerrein en ‘een flink stuk buitengebied’.

Van Straten is dan wel in naam wijkagent, maar hij ziet zijn collega’s van het basisteam ook een beetje als wijkagent. ‘Niet alles wat er in mijn postcodegebied gebeurt, is ván de wijkagent. Je kunt niet alles zelf doen. Het is aan mij om als schakel te dienen tussen de wijk en mijn team. Ik coach collega’s, maar ook partners in de wijk. Daarnaast ben ik ook nog steeds politieman en handhaver.’

Praktijk
De vuistregel is dat Van Straten 80 procent van zijn werk aan de wijk besteedt en 20 procent aan ander werk. Maar de praktijk is weerbarstiger. ‘Van elke vijf diensten zou ik er vier met mijn wijk bezig moeten zijn. Dat haal ik op het ogenblik niet. De balans slaat eerder de andere kant op.’

De politie kampt met een capaciteitstekort. Er stromen meer oudere, ervaren politiemensen uit dan dat er jonge agenten binnenkomen. Hoewel er hard aan gewerkt wordt om het tekort in te lopen, wordt de krapte de komende jaren nog gevoeld.  Van Straten merkt daar de gevolgen van. ‘De bezetting op de teams is mager. Wij draaien als wijkagenten bijna volop in de basisbezetting mee. We worden bijvoorbeeld ingezet bij evenementen of vervangen collega’s die ME-diensten draaien.’

Het werk in de wijk schiet daar bij in, zegt Van Straten. ‘Laat ik de afgelopen week als voorbeeld nemen. Maandag had ik een nachtdienst, dan kom je naast wat mailtjes beantwoorden en informatie uit de buurt bekijken, weinig aan wijkwerk toe. Dinsdag overdag slaap ik, woensdag is mijn vaste vrije dag. Donderdag had ik een vroege dienst en wilde ik in de wijk aan de slag gaan. Daar was ik koud mee bezig toen ik werd weggeroepen vanwege een drugsvondst bij een lokale pakketdienst. Met het in beslag nemen van het spul en administratief verwerken ben je al snel een paar uur kwijt. Ik kon nog wel even kennismaken met de supermarktmanager, een belangrijke sleutelfiguur in mijn wijk. Vrijdag was ik vrij, want zaterdag, zondag en maandag had ik een late dienst. In het weekend zat ik weer in de basisbezetting en moest ik beschikbaar zijn voor 112-meldingen. Door een aantal incidenten in een naburig district, werd ik ingezet in Roosendaal om daar bij te springen. Tja, dan komt er niet zo veel van je wijkagentwerk terecht. En ik wéét dat ik niet de enige wijkagent ben die daarmee te kampen heeft.’

Sleutelfiguren
Contacten onderhouden zoals met de supermarktmanager, vindt Van Straten uitermate belangrijk. ‘Hij heeft een beeld van wat er zo rond zijn winkel speelt. Vaak is er een koffiepunt in zo’n supermarkt, waar je ook weer anderen kunt spreken. Andere sleutelfiguren in de wijk zijn mensen van de buurtvereniging, sportclubs, multiculturele organisaties, het lokale krantje. Naar hen moet je wel op zoek gaan. Daarnaast moet ik ook mijn social media-account aan de gang houden. Daarmee kun je je positioneren in de wijk.’

Als wijkagent doe je veel op de achtergrond, benadrukt Van Straten. ‘Je belt met ggz-instellingen over mensen die verward gedrag vertonen, je bestudeert aan de hand van de wijkcijfers waar de hotspots zijn. Spelen er fenomenen in de wijk en moet ik daar een plan van aanpak voor maken? Dat zijn allemaal dingen die ik niet doe ín de wijk maar wel vóór de wijk.’

Media schetsen soms het beeld dat de politie het contact met de wijk aan het verliezen is. Van Straten weerspreekt dat. ‘We lopen wel het risico dat dit gebeurt. Als iemand 112 belt, dan moet er politie naartoe. Hulp verlenen. Dat is onze basistaak. Maar we vinden tegelijkertijd dat de wijkagent centraal moet staan, want zij zijn een belangrijke informatiebron binnen de Nederlandse politie. Dan loop je soms dus tegen problemen aan. Het team probeert het zodanig te organiseren dat ik mijn werk kan doen. Het staat echter onder druk, zeker door de coronacrisis en de bijbehorende problematiek van toegenomen overlast en burenruzies.’ Van Straten weet dat er zowel landelijk als binnen de eenheden gewerkt wordt aan het verminderen van de capaciteitsdruk. ‘Voor de duidelijkheid: ik vind het werk ontzettend leuk, heb er veel plezier in. Als ik niet voor wijkwerk vrijgemaakt kan worden, dan probeer ik het tussendoor te doen. Want je wilt toch je werk goed doen en kwaliteit leveren aan de bewoners van de wijk.’

Aantallen wijkagenten verdeeld over 168 basisteams

wijkagenten formatie bezetting
31-12-2017 3415 3445
31-12-2018 3415 3450
31-12-2019 3552 3542
31-12-2020 3560 3589


Toelichting:
Het aantal formatieplaatsen van wijkagenten in de afgelopen jaren verschilt met de reële bezetting. Mogelijke oorzaken zijn:  

Hogere bezetting
1. Duobaan (meestal samen meer dan 100%)
2.Tijdelijke tewerkstelling elders, dus formeel nog wijkagent, maar feitelijk een andere functie elders
3. Vooruitlopend op vertrek al opgevuld; speelt vooral als iemand nog veel verlof heeft voordat de medewerker met pensioen gaat.

Lagere bezetting:
1. Tijdelijk niet opgevuld: vertrekkende collega is al weg en nieuwe collega is er nog niet (of opgevuld door iemand vanuit een TTW-constructie (tijdelijke tewerkstelling).
2. Uitbreiding formatie die nog niet is opgevuld.