Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

De dag van Daniel

Gepubliceerd op:

Rotterdam - Wij hebben de mooiste baan van de wereld. Maar soms is het ook heftig. Geweld, zelfmoord, zware verkeersongelukken. In deze rubriek “De dag van…” vertellen politiemensen over die ene dag die ze nooit zullen vergeten. Deze week: politiestudent Daniel probeert een ruzie te sussen en komt daarbij zelf in gevaar. ‘Ik deins terug en voel een windvlaag langs mijn hals gaan. Ik hoor mezelf roepen: “Mes, mes, hij heeft een mes!”’

‘Voor de grap zeg ik vlak voor mijn dienst tegen een medestudent en onze praktijkbegeleider, een ervaren collega, dat er wel iets tofs mag gebeuren vandaag, ik heb zin in een beetje actie. Maar tijdens onze middagdienst krijgen we eerst een paar keer een melding over een ruzie, waar niet zoveel aan de hand blijkt als we er zijn. Niet echt spannend. Dan komt er weer een melding binnen. Bij een metrostation zijn een man en vrouw al een uur in een heftige ruzie verwikkeld. Het lukt omstanders niet om het stel te kalmeren. Dus wij er naartoe.

Als we op het stel aflopen, zie ik dat de man onze richting uitkijkt. Hij wijst naar mij en zegt tegen de vrouw: “Zie je nou wat je doet, het is jouw schuld.” Ik stel hem gerust en zeg: “Ik wil gewoon even met je praten. Wat is er nu precies aan de hand? Jouw vriendin gaat even met mijn collega praten en dan kijken we of we er samen uit kunnen komen.” Maar de man wil niet luisteren. Hij blijft zich maar bemoeien met zijn vriendin. Ik raak hem even aan bij zijn bovenarm. Dat pikt hij niet. Hij geeft mij een duw. Ik wil hem vastpakken, maar grijp mis. Hij pakt een fiets en gooit die naar mij toe om me de weg te versperren. Ik zet de fiets opzij en zeg: “Staan blijven! Ik wil een identiteitsbewijs zien.”

Dan gaat alles heel snel. De man draait zich half van mij af. Er blinkt iets zilverkleurigs in zijn hand. Hij stapt naar voren en haalt uit. Ik deins automatisch terug en voel een windvlaag langs mijn hals gaan. Het is alsof de tijd stilstaat. Ik hoor mezelf roepen: “Mes, mes, hij heeft een mes!” Mijn hand gaat naar mijn dienstwapen. Ineens realiseer ik me hoe bizar de situatie is. Mijn praktijkbegeleider roept via de porto om dat een man met een mes heeft uitgehaald naar de keel van een collega. Hij denkt nog dat ik ben geraakt, maar het mes scheerde vlak langs mijn hals. “Staan blijven!”, roep ik nogmaals naar de man. Zijn pupillen vergroten zich en ik vraag me af wat hij gaat doen. Dan zet hij het op een lopen. Ik ren achter hem aan. Even overweeg ik om te schieten, maar er lopen mensen in de buurt en er rijden wat auto’s voorbij. Dat weerhoudt mij ervan om het vuur te openen. Ik verlies hem uit het oog, als de man achter een flatgebouw verdwijnt.

Mijn praktijkbegeleider is intussen bij mij gekomen. “We gaan samen de flat in”, zegt hij. “Met getrokken vuurwapen.” Ik antwoord: “Ja, sowieso.” Ik loop het portiek in, maar zie niets. Misschien is de man met de lift naar boven gevlucht. Dan zie ik hem opeens in het portiek staan, verscholen achter een muurtje. Ik richt mijn dienstwapen en denk: als je nu op mij afstapt, moet ik schieten. Het is jij of ik. Ik waarschuw de man om zijn mes op de grond te gooien. Dat doet hij gelukkig en ik kan hem aanhouden.

Als ik terugloop naar de dienstauto komt er een ooggetuige op mij af: “Jij hebt echt veel geluk gehad.” Het raakt me. Na het incident ben ik goed opgevangen door mijn team en de bedrijfsarts. Ik heb er geen last van gehad. Sterker nog, ik ben nu nog gemotiveerder om dit werk te doen.’

De dader kreeg uiteindelijk zes maanden gevangenisstraf voor poging tot zware mishandeling van een ambtenaar in functie.  

Fotocredit: ANP / Hollandse Hoogte / Frank Ruiter