Ga naar content

Blog: 'Wat zegt u?'

bejaarde dame

Op een koude ochtend in oktober heb ik een vroege dienst. Mijn buddy vandaag is een collega met veel kennis en geweldige humor. Dit maakt het voor mij, iemand die niet goed is in vroege diensten, een stuk dragelijker. Rond een uur of negen klinkt ons roepnummer uit de portofoon. We zitten midden in een verhaal en lachen hard. Wanneer de melding uitgegeven wordt, verandert de sfeer in de auto. Een vrouw van 87 jaar had die ochtend een afspraak in het ziekenhuis, maar is niet op komen dagen. Er is nog maar één persoon waar de vrouw contact mee heeft en dat is de meldster. Zij zijn al tientallen jaren vriendinnen en bellen elkaar elke ochtend om te kijken of ze wakker geworden zijn.

Ter plaatse bellen we aan, kloppen op de deur en roepen door de brievenbus. Dat geeft ook de ruimte om gelijk even te ruiken. De geur van een overleden persoon ruiken we niet. Na onderzoek blijven we ongerust en overleggen met onze leidinggevende. We krijgen toestemming om naar binnen te gaan. Ik trek mijn jas en handschoenen aan en pak de koevoet. Een grote ruit moet eraan geloven en het glas breekt met een harde klap in duizenden stukken. Nadat we een aantal keer heel hard hebben geroepen dat we van de politie zijn, betreden we de woning.

Nog één deur te gaan. We kijken elkaar even aan en net voordat de deur opengaat trilt mijn horloge; of ik even op mijn ademhaling wil letten. Blijkbaar blijven zulke situaties altijd spannend. Onder de dekens zie ik een heel klein, dun vrouwtje liggen. Wij schijnen met onze lampen in haar gezicht, maar hierop volgt geen reactie. Mijn collega checkt of ze nog leeft. ‘’Ze snurkt!’’, roept mijn collega en pakt haar vast. Prompt gaan er twee ogen open en de vrouw schreeuwt dat ze ons aanvalt als we haar niet loslaten.

Wij proberen de vrouw te kalmeren en duidelijk te maken dat we van de politie zijn. Mijn collega probeert rustig de situatie uit te leggen. De vrouw reageert nog steeds niet. Dan vouwt ze haar hand om haar oor en roept veel te hard voor de afstand die wij van elkaar af staan: ‘’Wat zegt u toch, u praat zo zacht!’’ Door de gehele situatie schieten we in de lach. Mijn collega probeert zo respectvol mogelijk, schreeuwend uit te leggen wat er zojuist gebeurd is.

Voorzichtig vraag ik aan mevrouw of ze misschien haar gehoorapparaten in wil doen. Haar antwoord is: ‘’Nee hoor kind, die heb ik niet. Ik heb dat nog lang niet nodig. Daarvoor ben ik veel te jong.’’

Reageren

Reageren op dit politieverhaal? Vul het reactieformulier hieronder in. De reactie gaat naar de auteur, die eventueel contact opneemt.

  • Stap 1Invoeren(huidige stap)
  • Stap 2Controleren
  • Stap 3Verzenden

Stap 1: Invoeren

Jouw reactie
# tekens resterend