Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

Welke rangen zijn er bij de politie?

De politie heeft onderscheidingstekens die aangeven welke rang iemand binnen de organisatie heeft. Hoe meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden, hoe hoger je rang. Bij de politie kennen we de volgende rangen:

  • Aspirant: één streep
  • Surveillant: twee strepen
  • Agent: drie strepen
  • Hoofdagent: vier strepen
  • Brigadier: twee lauwerkransjes met in het midden een kroontje met zwaard
  • Inspecteur: kroontje
  • Hoofdinspecteur: één streep met kroontje
  • Commissaris: blaadje met kroontje
  • Hoofdcommissaris: blaadje, wapen en kroontje
  • Eerste hoofdcommissaris: vier sterren, blaadje, wapen en kroontje
rangen, politie, overzicht
Rangen en onderscheidingstekens bij de politie

Welke rang krijg ik als ik bij de politie start?

Ga je de politieopleiding volgen, dan start je als aspirant (student). Na het afronden van je opleiding word je aangesteld in je toekomstige functie en krijg je de rang die daarbij hoort. Heb je de mbo-opleiding op niveau 4 gevolgd, dan start je als agent. Na je hbo-opleiding begin je als brigadier. Stroom je tijdens je loopbaan verder door, dan krijg je een nieuwe rang, afhankelijk van je nieuwe functie.

Wel politie, geen rangen en strepen

De verdeling hierboven geldt voor medewerkers die in de operatie werken en opsporingsbevoegdheid hebben. Zij mogen bijvoorbeeld wapens dragen of bekeuringen uitschrijven. Daarnaast heeft de politie medewerkers in dienst met een zogeheten civiele taak. Zij zorgen bijvoorbeeld voor facilitaire zaken, ICT en administratie. Een deel van hen draagt geen uniform en werkt in burgerkleding. Zij dragen geen onderscheidingstekens. Anderen hebben vanuit hun ondersteunende functie wel een uniform aan, bijvoorbeeld huismeesters. Zij dragen alleen het politielogo. 

BOA’s (buitengewoon opsporings ambtenaren) zijn zowel binnen als buiten de politie werkzaam. Bij de politie vind je ze bijvoorbeeld als medewerker op een politiebureau, als assistent beveiliger of in de arrestantenzorg. Daarbij dragen ze een politieuniform zonder onderscheidingstekens. Daarnaast zijn er nog BOA’s die buiten de politie werken. Denk aan handhavers op straat of in het openbaar vervoer. Aan parkeercontroleurs, boswachters en leerplichtambtenaren. Zij dragen een eigen uniform en zijn herkenbaar aan een eigen onderscheidingsteken. Tot slot zijn er BOA’s die geen contact hebben met het publiek of voor hun taak niet herkenbaar mogen zijn, bijvoorbeeld bij de douane of Koninklijke Marechaussee. Zij dragen geen insigne.