Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

Reactie uitzending Zembla Giethoorn op donderdag 3 februari 2022

Laatst gewijzigd op:

Giethoorn - Naar aanleiding van de uitzending van Zembla hebben we uitvoerig binnen de grenzen van de privacywet veel informatie gedeeld met het programma. In de uitzending wordt een situatie in Giethoorn belicht die naar onze mening aanvullende toelichting behoeft. De uitzending is online al te zien, maar wordt vanavond voor het grote publiek via de NPO zichtbaar.

politie

We kregen in de periode van oktober 2020 tot en met december 2020 vanaf het betreffende woonadres meerdere meldingen van overlast en vernielingen door jeugdigen. Het ging onder andere om het op ramen bonken van de woning, onnodig aanbellen, dingen tegen de ramen aangooien en vernielingen aan de spiegel van de auto. Daar kwamen ook nog zeer kwalijke beledigingen van discriminerende aard bij. Een snelle interventie en aanspreken en registreren van eventuele aanwezigen is vaak voldoende om de situatie te doen stoppen. We hebben na deze meldingen in de omgeving van de woning gezocht naar de veroorzakers, maar hebben die helaas niet meer aangetroffen. De gemeenschap is niet erg groot en al snel werd duidelijk wie hier mogelijk bij betrokken waren. Ook werd duidelijk dat het motief lag in een oude, onderlinge ruzie tussen de jongeren van jaren geleden.

De incidenten zijn allemaal onderzocht met als doel de dader te vinden. Ons onderzoek leverde geen concreet bewijs op, wel vermoedens. Met die vermoedens en een doel voor ogen - de vernielingen, overlast en kwetsende beledigingen met discriminatoire aspecten stoppen - zijn we het gesprek aangegaan. De gesprekken werden gevoerd door onder andere de wijkagent in het bijzijn van de ouders van deze jongeren (van 12 tot en met 17 jaar). Eén van de jongens bekende tijdens die gesprekken verantwoordelijk te zijn geweest voor de vernieling van de autospiegel. De incidenten stopten toen een periode.

Aangifte doen

De betrokken mevrouw heeft zich na één van de eerste incidenten bij het bureau gemeld. Ze wilde aangifte doen: er waren eikels of kastanjes tegen het raam van de woning gegooid. Daar ontstond een discussie over het wel of niet aangifte doen en het wel of niet ontbreken van een strafbaar feit.

Een strafbaar feit is een vereiste voor het doen van aangifte. Ons beleid is dat we altijd een aangifte opnemen als er discussie ontstaat en wanneer men erop staat. Dat is hier niet gebeurd. De betrokken mevrouw voelde zich weggestuurd en nog belangrijker: niet serieus genomen. Dit veroorzaakte schade in het vertrouwen in de politie. Dit bleek ook in het vervolgcontact de cruciale, ontbrekende factor. De wijkagent heeft door intensieve bemoeienis deze broze relatie deels kunnen herstellen en heeft zich er nog nadrukkelijker mee bemoeid.

Jeugd en strafrecht

Naast dat strafbare feiten feitelijk bewezen moeten worden, zijn er meer methoden en vormen van aanpak van afdoening. Zeker als de feiten zijn gepleegd door jeugdigen. Deze betrokken jeugdigen hadden daarnaast geen ‘verleden’ bij de politie en justitie. Dat maakt dat wij ons moeten houden aan de richtlijnen van het Openbaar Ministerie ten aanzien van afdoening van de strafbare feiten gepleegd door jeugdigen.

We voeren dan een stevig gesprek met de jongere in het bijzijn van ouders of verzorgers als finale waarschuwing. De impact daarvan is vaak groot. Ook willen we jongeren de kans geven om te leren van hun soms onnadenkende gedrag en de gevolgen ervan. Jongeren leggen dat verband vaak niet. Het besef ontbreekt dat je met jouw beledigingen van discriminerende aard mensen diep kunt kwetsen. Je biedt de jongeren gelegenheid om meer kennis te nemen van achtergronden van mensen en geeft ze de kans hun gedrag te herzien en te groeien als mens. Juist die invalshoek was voor ons de aanleiding deze minst ingrijpende wijze van afhandelen in te zetten. Tel daar ook bij op dat - in een kleine gemeenschap - mensen met elkaar verder moeten. Of je het nu wilt of niet.

Aanwijzing discriminatie voor de politie en het OM

Discriminatie, in welke vorm dan ook, is voor ons ontoelaatbaar. Je mag dan op de aanpak van de politie rekenen. Er is een zogenoemde ‘aanwijzing discriminatie’ voor de politie en het OM. Daarin staan stevige richtlijnen hoe te handelen in geval van discriminatie. De overheid en dus ook de politie wil daarmee een duidelijke grens trekken: tot hier en niet verder. Bij de afweging van die aanpak is er voor de jeugd eveneens een aanwijzing voor de politie hoe we omgaan met jeugdigen in de afhandeling en aanpak van strafbare feiten door hen gepleegd. Zo is er ruimte om jeugdigen zonder strafrechtelijke historie door middel van stop-gesprekken of een reprimande een halt toe te roepen. Dat is hier ook gebeurd in samenspraak met het OM. Ook zijn de incidenten en de signalen onderwerp van gesprek geweest bij het zogenoemde Regionaal Discriminatie Overleg (RDO).

De politie als lerende organisatie

Terugkijkend hierop hebben we geleerd dat we nadrukkelijker van onze collega’s moeten vragen om altijd een aangifte op te nemen. Zeker als discriminatoire aspecten een rol spelen. Een aangever of slachtoffer moet het gevoel hebben dat er wordt geluisterd en dat diegene serieus genomen wordt.

Bij de aanpak van problemen en strafbare feiten stellen we bewust de vragen:

  • wat wilt u als aangever of melder bereiken?
  • Wat kunnen wij daarin betekenen en wanneer bent u tevreden?

Vaak blijkt het strafrecht of een aangifte niet het doel van de mensen zelf of zit daar niet de echte oplossing. In aanpak gaat het doel voorop en kiezen we voor de minst ingrijpende aanpak. Er zijn verschillende manieren om dat doel te bereiken en het minst zware middel heeft dan de voorkeur. Alle betrokken partijen moeten daarin een stap willen zetten en elkaar in het spreekwoordelijke midden willen ontmoeten. Dit is een proces en lukt vaak niet in één keer. Mensen verwachten van ons dat we luisteren, advies geven en actie ondernemen.

Politie voor iedereen

Mensen helpen, de kwetsbaren in de samenleving beschermen en de wet handhaven waar nodig; dat is wat politiemensen doen en wat ons drijft. Daarbij is iedereen voor ons gelijk; wij zijn een politie voor iedereen en dat is voor ons de normaalste zaak van de wereld. Dit is essentieel voor het behouden en het vergroten van het vertrouwen in de politie. En dat moet je niet alleen hardop zeggen, maar je moet het ook laten zien en iedere keer bewijzen. Het betreurt ons dat de bewuste mevrouw de ervaring heeft dat haar vertrouwen is geschaad.

We leren iedere dag en ‘de politie voor iedereen’ is en blijft de komende jaren ons perspectief op belangrijke thema’s: diversiteit, inclusie en divers vakmanschap; met een perspectief gericht op veilige, competente en effectieve teams waarin verschillende politiemensen samen werken voor iedereen die ons nodig heeft.