Bij spoed: 112
Geen spoed: 0900-8844
HomeNieuws'Grensoverschrijdend gedrag raakt ons allemaal'

'Grensoverschrijdend gedrag raakt ons allemaal'

Ruim een week geleden kwam naar buiten dat bij basisteam Rotterdam-Centrum sprake was van structureel grensoverschrijdend gedrag. Dat bracht een hoop teweeg, zowel binnen als buiten de politie. De publieksversie van een onafhankelijk onderzoek dat de politie liet doen, is vrijdag gepresenteerd. Liesbeth Huyzer, plaatsvervangend korpschef en Chief Diversity Officer, spreekt zich uit over wat deze misstanden met haar en politiemedewerkers doen, de genomen maatregelen en de weg naar verbetering.

LIesbeth Huyzer, plaatsvervangend korpschef en Chief Diversity Officer, in uniform.

Met welk gevoel kijk je terug op de gebeurtenissen in Rotterdam?

‘Het grijpt me iedere keer weer naar de keel als ik hoor dat grensoverschrijdend gedrag, racisme en discriminatie binnen het korps voorkomen en ik voel enorm mee met de collega’s die het is overkomen. Maar tegelijkertijd weten we dat deze problematiek al langer speelt. Daarom hebben we een aantal jaar geleden een brede aanpak ingezet, met als kern dat we niet langer wegkijken. Het is essentieel dat we deze problemen blijven onderzoeken en op tafel brengen, want dat is de enige manier om ze fundamenteel aan te pakken en de cultuur te veranderen.’

De media spreken van een doofpot en een lankmoedige houding van de leiding, mede doordat de onderzoeksresultaten laat naar buiten kwamen. Hoe kijk jij daarnaar?

‘Om goed zicht te krijgen op wat er daadwerkelijk allemaal speelde op het team was het nodig dat de medewerkers vrijuit konden spreken. Daarom is hen vertrouwelijkheid geboden. Ik ben blij dat dit is gedaan, want het heeft ertoe geleid dat ze heel eerlijk zijn geweest en zich kwetsbaar hebben opgesteld. Daarvoor ben ik ze heel dankbaar.’

Welke les trek je hieruit?

‘We hebben geleerd dat we voortaan toch sneller naar buiten moeten treden met informatie, aangezien de samenleving, en ook de politiemedewerkers, recht hebben om te weten wat er speelt. Het is confronterend dat het beeld bestaat dat we, ook na incidenten van grensoverschrijdend gedrag uit het verleden, niet adequaat zouden ingrijpen, terwijl we juist serieus actie hebben ondernomen door direct een breed onafhankelijk onderzoek te laten doen.’

Twee betrokken teamchefs zijn inmiddels vertrokken. Hoe nu verder?

‘Met het oog op de veranderingen die binnen dit team moeten plaatsvinden, was hun vertrek wellicht onvermijdelijk. Maar het beeld mag niet ontstaan dat de problemen daarmee ophouden te bestaan. De problematiek is diepgeworteld en vraagt om een gedegen, integrale aanpak. Dit is een langdurig proces, maar we hebben al maatregelen genomen zoals het toevoegen van extra ondersteuning aan de leiding.’

Als je kijkt naar de afwikkeling van deze casus, wat is dan het verschil met een aantal jaar geleden?

‘Dat er nu geen discussie meer is binnen het korps over de normen en waarden die we moeten volgen. Met het programma Politie voor Iedereen pakken we dit op meerdere vlakken aan, van leiderschap tot gedragsverandering. We laten onze aanpak en beleid ook extern monitoren.’

Gaat dit onderzoek alleen over Rotterdam?

Nee, juist niet en dat maakt dit rapport ook zo waardevol. ik ben ervan overtuigd dat de onderliggende patronen die zorgen voor onveiligheid in veel meer basisteams voorkomen.

De aanbevelingen uit het Rotterdamse onderzoek laten zien dat de manier waarop we als politie zijn georganiseerd, onze cultuur, de aard van ons werk allemaal kunnen bijdragen aan onveiligheid. We moeten in onze 'binnenwereld' meer tegengewicht bieden aan de complexiteit van het politiewerk. Dit betekent het versterken van leiderschap op alle niveaus, het creëren van een cultuur waarin reflectie en open communicatie centraal staan, het verbeteren van onze personeelszorg, het bevorderen van diversiteit en inclusie, en het herzien van onze opleidings- en trainingsprogramma's. Dit is een grote opgave voor de organisatie als geheel.

Er is ook een landelijke aanpak van uitsluiting, discriminatie en racisme (UDR) ontwikkeld. Hoe verhoudt die zich tot deze zaak?

‘Het zijn twee naast elkaar bestaande aanpakken. De aanpak UDR is vooral gericht op concrete incidenten, die directe opvolging behoeven. Daarnaast werken we vanuit Politie voor Iedereen ook aan veilige en inclusieve teams. Daarin past een onderzoek als dit in Rotterdam, dat zich veel meer richt op het zicht krijgen op onderliggende oorzaken van grensoverschrijdend gedrag.’

Wat doet dit alles met de collega's?

‘Net als de rest van de samenleving schrikken ze hiervan. Ze voelen pijn, schaamte en verdriet. En ze worden er ook op aangesproken, zowel binnen de organisatie als in de buitenwereld. Zeker de collega’s in de Eenheid Rotterdam. Maar ik weet dat dit ook op andere plekken geldt. Dit raakt ons allemaal.’

Hoe belangrijk is het landelijke Netwerk Divers Vakmanschap (NDV) in een casus als deze?

‘De collega’s van het NDV bieden met hun kennis en persoonlijke achtergronden waardevolle inzichten. Zij weten als geen ander wat er leeft onder collega’s en in de samenleving en kunnen helpen om op een goede manier ruimte te geven aan de emoties die dit met zich meebrengt. Hun expertise en ondersteuning hadden beter kunnen worden benut in de begeleiding van dit onderzoek.’

Wat is je boodschap voor de toekomst?

‘We moeten samen werken aan een veilige en inclusieve werkomgeving en signalen van wangedrag - zowel binnen als buiten - eerder oppikken. Dat vraagt om een diepgaande cultuurverandering. Dat kan soms pijn doen, maar het is noodzakelijk om foute patronen te ontdekken, te erkennen en te doorbreken. We zullen vaker met gevallen van grensoverschrijdend gedrag worden geconfronteerd, maar dat betekent niet dat er niets verandert binnen de politie. Sterker, het is een gevolg van onze ambitie dit soort misstanden bloot te leggen en ertegen op te treden. Ondanks de uitdagingen, ben ik ervan overtuigd dat we op weg zijn naar een betere organisatie.’