Bij spoed: 112 Geen spoed: 0900-8844

Korpschef: “Pittig eerste half jaar’

Gepubliceerd op:

Nederland - Boerenprotesten die veel inzet vragen, criminaliteitscijfers die oplopen, maatschappelijk ongenoegen over de woningnood, energiecrisis, het klimaat. Allemaal ontwikkelingen die het politiewerk beïnvloeden’, stelt korpschef Henk van Essen. ‘Dat maakt het werk op dit moment voor collega’s echt pittig.’

eerste hoofdcommissaris, korpschef, Henk van Essen, operationeel uniform, polo, portret, buitenopname, gesprek, luisteren, contact, Foto: Korpsmedia / Frans Vega

‘We moeten keuzes maken tussen wat we de komende tijd wel en niet kunnen doen’, zegt de korpschef. ‘Als er inzet nodig is bij een groot boerenprotest, zoals afgelopen weken, blijft ander werk liggen. Politiewerk is afwisselend en veeleisend. Vaak is dat ook de reden waarom collega’s ooit voor de politie hebben gekozen. Maar dat kent ook een keerzijde. Ons politiekorps staat in mijn ogen al te lang eenzijdig “aan”. Ten tijde van de coronacrisis en nu met de boerenprotesten, hebben we laten zien dat we er zijn als dat nodig is. Ik heb er ontzettend veel waardering en respect voor dat collega’s er nu wéér staan.’

Meerdere issues tegelijkertijd

‘De stikstofcrisis, zorgen om het klimaat, de woningnood; het zijn issues die al langer bestaan. Een aantal lijkt nu tegelijkertijd tot uiting te komen’, stelt Van Essen. ‘Dat wat Nederland zo uniek maakt als land waarin we met elkaar altijd naar oplossingen zoeken, tolerant zijn, in dat land zie ik nu groepen steeds vaker tegenover elkaar staan. De discussie verhardt, polariseert. Tegenstellingen worden uitvergroot. Ook de collega’s, als eerste vertegenwoordiger en het gezicht van de overheid, komen dat in hun werk dagelijks tegen. Er is ongenoegen over de hele breedte van de samenleving. In de richting van de overheid, maar ook onderling, richting elkaar. Ik begrijp het allemaal. Maar laten we met elkaar tolerant zijn en blijven, en samen naar oplossingen zoeken. Dat maakt Nederland uniek. Dat moeten we koesteren!’

Grensoverschrijdend gedrag

Ook aandacht voor grensoverschrijdend gedrag speelde het afgelopen halfjaar een grote rol in ons werk, ziet de korpschef. De politie ontving in de eerste drie maanden van dit jaar al 20 procent meer aangiftes naar aanleiding van de BOOS-uitzending over The Voice of Holland. 'Het raakte ons werk, maar óók onze organisatie.' Onder meer uit de medewerkersmonitor bleek dat ongewenst gedrag ook binnen de politie voorkomt. ‘Het debat over grensoverschrijdend gedrag moesten we ook intern voeren. In het verleden keken we daarbij te vaak weg. Tegelijkertijd geldt dat wij dit maatschappelijke vraagstuk als politie niet alléén gaan veranderen. Zeker; meer zedenrechercheurs kunnen ook meer onderzoeken doen. Maar het blijft onacceptabel. Ik ben van mening dat strafrecht het sluitstuk is. Uiteindelijk zullen we met elkaar het gesprek moeten voeren over hoe we kunnen voorkómen dat iemand slachtoffer wordt.’

‘Onder druk’

Van Essen: ‘Het omgaan met al die issues en de verharding van het debat zorgt ervoor dat de politie wij willen zijn – zichtbaar, benaderbaar en in verbinding – onder druk staat. Collega’s hebben te weinig tijd om de wijken in te gaan, omdat ze te druk zijn met andere dossiers. En dat zal de komende tijd zo blijven. Dat kan ervoor zorgen dat de politie minder zichtbaar is, minder in verbinding staat met de samenleving. De signalerende rol die wij hebben komt daardoor in de knel. En dat is juist in deze tijd zo belangrijk.’

Tot slot ziet de korpschef het criminaliteitsbeeld veranderen. Online criminaliteit, zoals WhatsApp-fraude en phishing, blijft op het hoge niveau van de afgelopen twee jaar terwijl de klassieke criminaliteit, zoals overvallen en inbraken, weer op het niveau is van 2019, vóór de coronacrisis. ‘Dat maakt dat we aan het eind van het jaar – na jaren van daling – mogelijk voor het eerst een stijging zien van de geregistreerde criminaliteit. Tel daarbij het breed gevoelde maatschappelijke ongenoegen op en je kunt niet anders dan constateren dat de druk op onze organisatie - en dus op de collega’s - ook in de eerste helft van dit jaar groot is geweest. Na twee toch al pittige corona-jaren gun ik hen een adempauze; de mogelijkheid om even wat gas terug te nemen, op te laden. Even niet de hele tijd “aan hoeven staan”.’