Politie legt straffen op aan medewerkers na grensoverschrijdende uitlatingen

De politie in Oost-Nederland heeft het onderzoek afgerond naar de uitlatingen en betrokkenheid van zes politiemedewerkers bij een filmpje dat in maart van dit jaar rondging op sociale media. Voor alle medewerkers geldt dat het hen kwalijk wordt genomen dat zij het vertrouwen in de politie hebben geschaad. Ook hebben zij onvoldoende blijk gegeven een ‘politie voor iedereen’ te zijn. Aan vier medewerkers zijn verschillende disciplinaire sancties opgelegd, onder andere afhankelijk van hun aandeel in het geheel. Twee medewerkers krijgen geen sanctie opgelegd omdat zij geen kwetsende uitspraken hebben gedaan. Wel krijgen zij een waarschuwing.

In het filmpje was te horen hoe inzittenden van een busje rijdend door Parijs zich zeer ongepast uitspraken over wat zij om zich heen zagen. Zes inzittenden van het busje bleken politiemedewerkers te zijn die samen in privétijd een wedstrijd van het Nederlands elftal bezochten. De afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) onderzocht, in opdracht van de leiding van de eenheid Oost-Nederland, de uitlatingen en de rol van elke medewerker. De medewerkers werden voor de duur van het onderzoek buitenfunctie gesteld. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek, de reflectie van externe deskundigen, een juridische toets bij het OM en gesprekken met andere belanghebbenden, is besloten welke afdoening per persoon passend is.

Straffen op maat
In het bepalen van de zwaarte van de straf is onder andere onderzocht of de medewerker iets heeft gezegd in het filmpje en – zo ja – wat precies. Vastgesteld is in elk geval dat niet alle uitspraken die te horen waren door politiemensen zijn gedaan. Er zijn ook uitspraken gedaan door inzittenden die niet werkzaam zijn bij de politie. Verder is onderzocht in hoeverre de betrokken medewerkers hebben geprobeerd het gedrag van de groep te stoppen, of iemand leidinggevende taken heeft en of er sprake is van eerdere op- en aanmerkingen op iemands functioneren.

Uit het onderzoek blijkt dat van de zes betrokken politiemensen er twee zijn die kwetsende en discriminatoire uitlatingen deden. Zo zei één van deze medewerkers: ‘Wil je meer of minder hè?’ Waarop de ander zegt: ‘minder, minder’. Ook zei één van de medewerkers: ‘dat is het toch ook’, in reactie op de opmerking van één van de inzittenden dat ze filmen alsof ze in de dierentuin rijden. Van een politieambtenaar wordt verwacht dat hij/zij burgers (én collega’s) respectvol en zonder vooroordeel tegemoet treedt, geen tegenstellingen aanwakkert en – niet onbelangrijk – ook een bijdrage levert aan het vertrouwen in de politieorganisatie. De uitspraken die zijn gedaan, staan hier haaks op. Met het expliciet maken van de uitspraken die als ongepast worden beschouwd, maken we nu duidelijk waar hier de grens ligt.

Eén keer onvoorwaardelijk ontslag en één keer voorwaardelijk ontslag
De politie is voornemens één van deze twee medewerkers, vanwege de samenloop met ander plichtsverzuim, de straf van onvoorwaardelijk ontslag op te leggen. De andere medewerker heeft te horen gekregen dat het voornemen is om voorwaardelijk ontslag op te leggen. Ook wordt deze medewerker overgeplaatst naar een ander team en moet hij buiten de politieorganisatie werkzaamheden verrichten op het thema ‘diversiteit en inclusie’. De voorgenomen straffen voor deze twee medewerkers liggen nog voor bij de ‘Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening politieambtenaren’ (AGFA Politie) en zijn daarom nog niet definitief. Gezien het tijdsverloop en de forse impact die deze casus heeft gehad, zowel binnen als buiten de politie, is er echter voor gekozen nu al wel over deze twee voorgenomen straffen te communiceren. De definitieve straffen worden vastgesteld nadat de AGFA advies heeft uitgebracht.

Twee keer schriftelijke berisping
Twee andere medewerkers, die beiden leidinggevende taken hebben binnen hun team, hebben als straf een schriftelijke berisping gekregen. Zij ondernamen geen actie om de ongepaste uitlatingen te stoppen. Ook gaven hun uitlatingen aanleiding voor meer grensoverschrijdende uitspraken. Hierdoor is volgens de politieleiding sprake van plichtsverzuim. Ook zij moeten werkzaamheden verrichten op het thema ‘diversiteit en inclusie’. 

Twee keer formele waarschuwing
De laatste twee medewerkers hebben een formele waarschuwing gekregen. Hoewel zij geen actie hebben ondernomen om de grensoverschrijdende uitlatingen te stoppen, is in hun geval geen plichtsverzuim vastgesteld. Zij hebben namelijk geen kwetsende uitspraken gedaan.

Samen verantwoordelijk voor het geheel
Politiechef Janny Knol: “Het totale filmpje met de toon en de context heeft veel impact gehad. Een deel van de medewerkers heeft zich laatdunkend uitgelaten over andere mensen. Dit past niet bij de verbindende politie die wij willen zijn. Zij hebben er in meer of mindere mate aan bijgedragen dat het vertrouwen in de politie is beschadigd. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het geheel, ook door niet in te grijpen als anderen over de schreef gaan. Dit besef begint ook steeds meer in te dalen bij de betrokken collega’s. Je ziet dat het hele gebeuren ook bij hen tot verschillende emoties leidt; van diepe schaamte, tranen tot persoonlijke worstelingen. Er is ook de wil om anderen hiervan te laten leren, dat is hoopgevend.”

Topprioriteit
“Naast de verantwoordelijkheid die deze zes medewerkers hebben, vind ik het ook belangrijk dat wij als organisatie verantwoordelijkheid nemen voor wat er is gebeurd. Want juist wij hebben een extra verantwoordelijkheid. Wij zijn immers de politie, in een diverse samenleving. Een politie die er voor iedereen is, conform artikel 1 van de Grondwet. Werken bij de politie betekent dat je daarvoor staat en daarnaar handelt, in diensttijd en ook in privétijd”, aldus Knol.

Het realiseren van een ècht inclusieve en diverse cultuur kost tijd en gaat met horten en stoten. Simpele oplossingen zijn er niet. Werken aan diversiteit en inclusiviteit heeft daarom topprioriteit binnen de politie. Dat had het al en dat blijft het houden. De recente gebeurtenissen maken eens temeer duidelijk dat het belangrijk is dat wij vasthouden aan de koers en de activiteiten die al zijn ingezet. Hierbij is het werven van medewerkers met een diverse achtergrond en het werken aan veilige, inclusieve teams één van de belangrijkste stappen. Politiechef Janny Knol: “We blijven volhardend doorzetten, uitleggen en leren wat nodig is om een politie voor iedereen te zijn. We moeten en willen ons verbeteren! Ik maak mij hier persoonlijk hard voor.”

-----

Noot 1: AGFA Politie, is een instantie die advies geeft of er sprake is vrijheid van meningsuiting, vereniging, vergadering of betoging. Verder adviseert de AGFA Politie in het geval dit niet zo is, of de politieambtenaar hiervoor kan worden bestraft en – zo ja – of de voorgenomen straf passend is.

Noot 2: Onder de download button vindt antwoorden op een aantal vragen en een overzicht van de afdoeningen