Ga naar content

(2016) Geweldgebruik door politie

Inhoudsopgave

De korpschef heeft op 26 mei 2016 een besluit genomen op een verzoek van een nieuwsorganisatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In het Wob-verzoek wordt gevraagd om informatie over geweldgebruik door de politie. Over het jaar 2015 is een overzicht van het door de politie geregistreerde gebruik van geweld inzichtelijk gemaakt.

Vergelijking met eerdere jaren
Ook over voorgaande jaren zijn overzichten van geweldsaanwendingen openbaar gemaakt op Politie.nl. Deze overzichten gaven het aantal registraties (maatschappelijke klasse) weer dat opgemaakt is door de politie. De politie maakt bij elk incident/actie een registratie op. Elke registratie kan één of meerdere formulieren van geweldgebruik bevatten; van elke politiemedewerker die tijdens dat incident geweld heeft moeten toepassen.

In de nieuwe overzichten (over de jaren 2014 en 2015) is voor een meer zuivere methodiek gekozen. Ze zijn namelijk gebaseerd op het aantal opgemaakte formulieren. Elke politiemedewerker die geweld toepast, moet dit melden bij zijn leidinggevende. Hij/zij maakt hiervoor een formulier op in de basisvoorziening handhaving (BVH), het registratiesysteem van de politie.
Door deze formulieren te gebruiken in de overzichten ontstaat een beter beeld van het daadwerkelijk toegepaste geweld. Eén registratie kan bijvoorbeeld twee vormen van geweld bevatten; een collega die een armklem heeft aangelegd en een collega die zijn wapenstok heeft gebruikt. Een registratie kan ook ‘inzet hond’ betreffen, zonder dat dit tot geweld heeft geleid. Bijvoorbeeld als met de hond gesurveilleerd is tijdens een uitgaansavond.

Door deze nieuwe inzichten en een nieuwe manier van registreren, wijkt de informatie in eerder gepubliceerde Wob-verzoeken soms iets af van de informatie die hierboven wordt aangeboden.

Gebruik van geweld door de politie

Ondanks deze verschillen is duidelijk dat het gebruik van geweld door de politie de afgelopen jaren redelijk constant is gebleven. In de periode van 2010 tot en met 2013 is jaarlijks ongeveer 14.000 keer gebruik van geweld door de politie geregistreerd. In 2014 zijn 10.745 geweldsformulieren opgemaakt, in 2015 waren dit er 10.233. (Deze cijfers zijn exclusief de gegevens van de Eenheid Amsterdam. Hiervoor is een apart document beschikbaar dat als bijlage is toegevoegd.) Dit cijfer van 10.233 omvat de hele range aan geweldsmiddelen: fysiek geweld, het gebruik van wapenstok of pepperspray, inzet van een politiehond als geweldsmiddel en het dreigen of schieten met het dienstwapen, al dan niet bij wijze van waarschuwing. Voor de politie is het gebruik van geweld altijd een uiterst middel; het wordt ingezet als andere middelen niet voldoen.
In alle gevallen is het toegepaste geweld getoetst op proportionaliteit, subsidiariteit en rechtmatigheid.

Melding, registratie en beoordeling van geweldsaanwending

De melding, registratie en beoordeling van een geweldsaanwending door opsporingsambtenaren is landelijk niet eenduidig ingericht. In het kader van de stelselherziening geweldsaanwending wordt dit proces herzien en landelijk geüniformeerd. Aan de basis ligt een voorstel tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren. Zie hiervoor ook het nieuwsbericht dat verscheen op 3 mei 2016.
De inwerkingtreding van deze wijziging staat gepland voor het jaar 2017.